(Russ. Mogilew, Wit-Russ. Mahilewy), Wit-Russ. stad (53°54'N., 30°19'O.), gelegen aan den Dnjepr.
Ca. 50 000 inw. (52 % Wit-Russen, 39 % Joden, 4 % Russen, 3 % Polen). Leder- en borstelindustrie. Van 1915 tot 1917 was M. hoofdkwartier der Russ. legers; keizer Nicolaas II werd in Maart 1917 te M. gevangen genomen door de revolut. partijen.In 1783 werd te M. een Kath. aartsbisdom gesticht met suffragaanbisdommen te Wilno, Kowno, Minsk, Luck en Tiraspol. Het omvatte alle Lat. Katholieken van geheel Rusland en werd in 1926 verdeeld in de apostol. administraties M., Moskou, Leningrad, Charkow en Kartsjan, Odessa, Kaukasus, Georgië, Armenië (Armeensche ritus) en een Geünieerd vicariaat van den Oosterschen ritus. Sedert 1932 is de gansche Kath. administratie van Rusland ondergebracht bij de Pauselijke Commissie voor Rusland. De aartsbisschop Ropp, van Poolsche nationaliteit, had M. reeds gedurende den Wereldoorlog moeten verlaten en was toen te Petrograd (teg. Leningrad) gevestigd; nu leeft hij verbannen door de Sowjets te Warschau, v. Son.