Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Moezel

betekenis & definitie

(Lat. Mosella = kleine Maas), linkerzijrivier van den Rijn (IX 512 B 2-3). Lengte 514 km, waarvan 344 km bevaarbaar.

De M. ontspringt op de W. helling van de Z. Vogezen. Doorstroomt in N.W. richting het Lotharingsche cuestalandschap.

Bij Toul verandert de N.W. richting van de M. in een N.O. Vroeger stroomde de M. in de N.W. richting door en mondde ca. 11 km verder bij Pagny sur Meuse uit in de Maas. Een zijrivier van de Meurthe heeft echter van het O.Z.O. uit de M. bij Toul aangetapt.

Daarom stroomt de M. nu van Toul af door het nauwe dal van de rooverrivier heen naar het N.O. tot Pompey, waar de Meurthe met de M. samenvloeit (zie de afb. in kol. 93 en 94 in dl. I).

De M. stroomt verder in N. richting langs den O. voet van de Doggercuesta, waarvan op den rechteroever veel ➝ getuigebergen, passeert Metz en Diedenhofen, en vormt van Sierck tot Wasserbillig (34 km) de grens tusschen Luxemburg en Duitschland.

Links wordt de Sauer opgenomen en rechts de Saar en van Trier af doorbreekt de M., in N.O. richting stroomend, het Rijnsche Leisteengebergte in een diep ingesneden meanderend dal. Langs de M. vele wijnbergen en schilderachtige wijnbouwstadjes, zooals Bernkastel, Cochem e.a. Bij Koblenz (Lat. confluentes = de samenstroomenden) mondt de M. in den Rijn uit. v. d.

Wijst.

< >