1° Provincie in Noord-Italië, in het landschap Emilia, gelegen van de Apennijnen tot de Po. Opp. 2 700 km2, ca. 450 000 inw. De provincie leeft overwegend van den landbouw.
2° Hoofdstad van de gelijknamige Ital. prov. (XIV 320 C2); 35 m boven de zee, ca. 100 000 inw. Bisschopszetel. De dom is een Romaansche basiliek uit 1100; het gemeentehuis stamt uit 1200. M. heeft een univ., veeartsenijschool, botanischen tuin, geophysisch laboratorium, de beroemde Biblioteca Estense, vele andere onderwijsinrichtingen, bibliotheken, archieven enz. Er is een drukke landbouwmarkt.
Geschiedenis.
M., oorspr. Mutina, werd in 183 v. Chr. als Romeinsche kolonie gesticht. In 44/43 v. Chr. werd er de oorlog om Mutina gevoerd tusschen Decimus Brutus en de consuls Hirtius en Pansa, onder wie als praetor streed Octavianus. In de 9e eeuw werd het gebied bestuurd door Frankische graven, daarna door bisschoppen, tot Mathilde van Toscane het in bezit nam. Tegen het einde van de 11e eeuw kwam het, vereenigd met Ferrara en Reggio, in het bezit van het huis Este, dat in 1452 den hertogstitel verkreeg. Door het huwelijk van de laatste erfdochter, Maria Beatrix, met aartshertog Ferdinand van Oostenrijk ontstond het huis Oostenrijk-Este in 1803. Intusschen was door den vrede van Campo-Formio M. voor dit huis verloren gegaan en verkreeg Ferdinand tijdelijk het bezit van Breisgau als schadeloosstelling. In 1814 kwam M. weer terug aan den zoon van Ferdinand, Frans IV. In 1847 werd M. vergroot met Guastella, maar Frans V (1846-’60) werd in 1859 door een volksopstand verjaagd, waarna M. in 1860 bij het nieuwe Italië werd ingelijfd.
Lit.: Scharfenberg, Gesch. des hzgt. M. (1859).