Lat. Missale (soms: Liber missalis), liturgisch boek, inhoudend den tekst van het vaste zoowel als van het veranderlijke gedeelte van alle Missen. Het ontstond uit den inhoud van boeken, die afzonderlijk inhielden hetgeen alleen den priester betrof (Sacramentarium), of het koor (Antiphonarium, later Graduale, met Prosarium, Troparium), of den diaken, subdiaken en lector (Evangeliarium, Epistolarium, Lectionarium), ofwel die de regelende voorschriften bevatten (Ordo).
Eerst ontstonden samenvoegingen, de zgn. Libelli Missae (8e-9e eeuw), daarna samensmeltingen. De eerste volledige M. (Missale plenum) verschenen in de 10e eeuw; in de 13e e. waren zij algemeen geworden.
Hun onderlinge verscheidenheid bracht paus Pius V tot eenheid in het Missale Romanum, dat hij in 1570 voorschreef aan alle kerken en orden, die niet reeds sinds 2 eeuwen een eigen hadden. Een tusschenvorm was het M. secundum consuetudinem romanae curiae geweest, dat in de 13e eeuw aan het pauselijk hof in gebruik, vnl. door de Franciscanen verspreid was geworden. De laatste uitgaaf van het Romeinsche M., die belangrijke wijzigingen bracht, is die van Pius X, verschenen onder Benedictus XV (1920).
Het Ambrosiaansche M. ontstond op gelijke wijze (eerste uitg. in 1475), eveneens het Mozarabische en de verdere min of meer eigen M. van Lyon, Braga, van Kartuizers, Dominicanen, Carmelieten, Norbertijnen. Zie → Boek (sub IX. Liturg, boeken) en de vsch. trefwoorden.Lit. : Baumstark, Missale Romanum ; Baudot, Le Missel romain (Parijs 1912); Cabrol, Dict. d’Arch. et Lit. (s. v. Missel); Ebner, Quellen und Forsch. zur Geseh. des M. Rom. im MA (Freiburg 1896). Louwerse.