Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Minimumprijstarief

betekenis & definitie

is een der vormen, en wel een zeer belangrijke, waarin organisatie van aanbieders van goederen en diensten tot uiting komt. Zij spreken met elkaar af, op de plaatselijke, regionale, nationale, internationale markt, bepaalde goederen en diensten niet beneden een zekeren prijs te verkoopen.

De hoofdgedachte, die bij de vaststelling van een minimumtarief leidt, is het verschaffen van een verkoopsprijs, waardoor de kosten worden gedekt en bovendien een bepaalde winst aan de ondernemingen verzekerd. Het vinden van een stelsel voor het dekken van kosten verschaft voor een groep ondernemingen reeds ernstige moeilijkheden. De kosten van elke onderneming zijn verschillend. Welke kosten zullen maatgevend zijn? Die van de onderneming met de hoogste kosten, of die van de onderneming met de gemiddelde kosten? Kiest men het laatste, dan is het minimumprijstarief van nagenoeg geen beteekenis voor een deel der ondernemingen, die zich bij de organisatie hebben aangesloten. Kiest men de hoogste kosten, dan ligt in het gunstig verschil tusschen verkoopsprijs en kosten voor een aantal ondernemingen een zware bekoring (de ervaring leert het) om het tarief te ontduiken en met lageren prijs den omzet te vergrooten. Verder schuilen ook in het systeem van kostenberekening, vooral bij zeer uiteenloopende ondernemingen, groote moeilijkheden.

De econ. beteekenis van een minimumtarief, goed samengesteld en waaraan ernstig de hand wordt gehouden, is veelzijdig. Vooreerst de verzekering van de econ. positie van den producent. Vervolgens de verovering van een deel van de „consumers-rent”, die bij geheel vrij aanbod en geheel vrije vraag voor den afnemer ontstaat. Eindelijk het afsnijden van vraag, welker maximale waardeering van dienst en goed liggen blijft beneden het minimumprijstarief.

Wie als uitgangspunt in het econ. leven den producent ziet en een redelijke belooning voor dien producent een eersten eisch acht, kan principieel tegen minimumprijstarieven geen enkel bezwaar hebben. Practisch kunnen de bezwaren vele zijn en in een behoorlijk geordend econ. leven moeten deze bezwaren, waarvan de voornaamste werden genoemd, worden overwonnen.

Lit.: J. A. Veraart, Vraagstukken der Econ. Bedrijfsorganisatie; id.. Beginselen der Econ. Bedrijfsorganisatie; Robert Liefmann, Kartelle und Trusts; G.

A. Kessler, L. G. Kortenhorst, F. M. Wibaut, De beteekenis van trusts en kartels voor de volkswelvaart. Veraart.

< >