Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Minahasa

betekenis & definitie

(Minahassa), onderafd. der afd. Manado, res. Manado, Celebes, Ned.-Indië; hoofdplaats Manado; 307 764 inw. (1930), o.w. 2324 Europ., 9856 Chin. en 1013 andere Vreemde Oosterlingen.

Bij een opp. van 4786 km2 geeft dit een dichtheid van ruim 64 per km2, waardoor dit gebied tot de dichtstbevolkte der Buitengewesten behoort. De bevolkingstoename bedroeg 1920-’30, niettegenstaande een vrij belangrijke emigratie naar andere streken van Ned.-Indië, nog ruim 36%. Een belangrijk deel der emigranten neemt dienst in het Ned.-Indische leger.

De Inheemsche bevolking langs de kust is zeer gemengd, in de binnenlanden bestaat ze vrijwel uitsluitend uit Minahasers, in acht stammen verdeeld, die te zamen vijf talen spreken.Ligging, opbouw, enz. De M. beslaat de Noordpunt van het eiland ➝ Celebes, en wordt door de zeer diepe Celebes- en Molukkenzeeën in het W. en O. bespoeld, die reeds dicht bij de kust tot meer dan 2000 m diep zijn. In het N. scheidt Straat Banka het van de Sangihe-eilanden, die op een bank liggen, welke de M. met het Philippijnsche eiland Mindanao verbindt. Het geheele gebied is zeer bergachtig met langs de kust enkele kleine laagvlakten en enkele hoogvlakten in het binnenland. Tusschen de verschillende berggroepen loopen goede wegen. Vulkanen zijn de zeer werkzame Lokon (1598 m) en Sopoetan (1818 m) en de uitgedoofde Klabat (2021 m) en Doea-Soedara (1360 m).

Het gebergte is nog grootendeels met dichte wouden bedekt, welke o.a. ebben- en ijzerhout leveren. Zijn de kustplaatsen warm, de op de hoogvlakten (ca. 700 m) gelegen plaatsen hebben een heerlijk klimaat. Van de middelen van bestaan is het voornaamste de landbouw: rijst en maïs worden vooral op droge gronden geteeld. Sawah’s vindt men alleen om het meer van Tondano. Echter is er nog groote rijstinvoer noodig. De voornaamste uitvoerproducten zijn copra, notemuskaat, foelie, rubber en koffie.

Geschiedenis. Toen de Spanjaarden het den Inheemschen te lastig maakten, vroegen deze aan de Vereenigde Oost-Indische Compagnie in 1654 om hulp. De Spanjaarden werden verdreven, in 1657 werd te Manado het fort Amsterdam gesticht, Bolaang-Mongondou, de Zuidelijke buur, die telkens invallen deed, onderworpen, doch het duurde tot 1679, voor het eerste contract met de hoofden der bevolking namens den gouverneur-generaal Rijckloff van Goens door den gouverneur van de Molukken Padtbrugge werd gesloten, waarbij de Minahasers „de edele Compagnie alleen aannemen en erkennen voor hun wettig, eenig en eeuwig opperheer”. Dit feit werd in 1929 herdacht, waarbij als blijvende herinnering door Nederland aan de M. een sanatorium voor longlijders en een centrale ziekeninrichting aangeboden werden.

Intusschen bemoeide de O. I. C. zich niet met de binnenlanden, waar tot in de 19e eeuw koppensnellen en bloedige offerfeesten, pandelingschap en slavernij gewoon waren. In 1822 vestigden zich zendelingen aan de kust en weldra ook in het binnenland. Nergens heeft de kerstening in den Indischen Archipel zoover doorgewerkt als hier, waar ruim 92% der bevolking Prot., bijna 6% Kath., slechts ruim 1½% Mohamm. en nog niet 1% heiden is. Dit is oorzaak, dat de Minahaser zich nader aan Ned. verbonden voelt dan de andere Indische volken (Neerlands 12e provincie!).

De snelle veranderingen op maatschappelijk gebied werd slechts langzaam gevolgd door economischen vooruitgang. Lit.: N. Graafland, De M. (21898); L. Adam, Uit en over de M. (in Bijdr. Kon. Instituut v. d. Taal-, Land- en Volkenk. van N.-I., LXXXI, 890 vlg.); Adatrechtbundel (III); tal van tijdschriftartikelen, vooral in de Mededeel. v. h.

Ned. Zendelings Genootschap.

Olthof.

< >