De term heeft zijn bekendheid gekregen door het gebruik bij prof. →Gerretson, die drie „volken” onderscheidt, sub-nationaliteiten op het gebied der Nederlanden: de Noord-Nederlandsche met de groote steden, de Midden-Nederlandsche ten Z. van den Moerdijk met Antwerpen en Brugge, de Zuid-Nederlandsche met Luik. Het karakteristieke van de Midden-Ned. sub-nationaliteiten is te zijn: Nederlandsch en Katholiek, te bezitten een eigen Midden-Ned. „geest”. Vandaar dat hij Midden-Nederland eerder door dien eigen geest dan door een geographische begrenzing onderscheiden acht.
Knuvelder heeft den term in een geographisch engeren zin gebruikt, nl. als het territoir aan weerskanten van de huidige staatsgrens, ongeveer samenvallend met het oude hertogdom Brabant.Lit.: Gerretson, Historie en Leven, in: Roeping (1935); Knuvelder, De mythe Nederland. Knuvelder.