(sterrenk.). De plaatsen van de sterren aan den hemelbol worden uitgedrukt in rechte klimming en declinatie, dus in coördinaten t.o.v. den aequator. Omdat de pool van den aequator om die van de ecliptica beweegt met een periode van ong. 26.000 jaar (→Praecessie), veranderen de plaatsen van alle sterren met die periode.
Verder heeft de aequator nog kleine periodieke schommelingen (o.a. nutatie met een periode van 18 jaar). De plaatsen der sterren veranderen ook nog een weinig door aberratie en parallax met een periode van een jaar. Middelbare plaats van een ster heet de plaats, afgezien van deze kleinere periodieke veranderingen, dus alleen beïnvloed door de praecessie.
P. Bruna.