Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Meteoor

betekenis & definitie

(Gr., = luchtverheveling), bij de Grieken elk natuurverschijnsel in de lucht of aan den hemel, thans de officieele naam voor een vallende ster.

De helderste meteoren, die veelal zich nog door kleurverandering van blauw naar rood en door donderend geluid onderscheiden en soms aan het eind van hun baan uiteenbarsten, heeten vuurbollen of boliden. De gewone m. doen zich voor als een snel bewegende ster en bestaan in uiterst lichte deeltjes kosmische stof, die reeds verteerd zijn vóór ze het aardoppervlak bereiken. Ze treden gedeeltelijk in zwermen op, zoodat zich een sterrenregen of meteoorstroom voordoet, die gedurende eenige uren of dagen aanhoudt en vaak na een jaar terugkeert (→ Leoniden, → Lyriden, → Perseïden). De m. van een zwerm komen alle uit dezelfde richting op de aarde neer. In die richting ligt de radiant, het straalpunt, waaromheen de waarnemer de meteoorbanen als stralen gegroepeerd ziet. Uit de ligging van den radiant en de snelheid kan van een m. of zwerm de baan buiten den dampkring worden berekend.

Zoo bleken vele zwermen banen van kometen te volgen en wellicht uit kometenresten te bestaan. Het verband van de m. met → meteorieten, zoo het al bestaat, is zeker veel minder klaarblijkelijk. Zie ook → Meteoorkrater. de Kort.

< >