Hiermee duidt men culturen aan, die als de langzame overgang mogen beschouwd worden van het Palaeolithicum naar het Neolithicum. Het M. omvat vooreerst een groep oudere stadia, waarvoor de naam ➝ Epipalaeolithicum gebruikt wordt: het zijn culturen, die nog Palaeolithische tradities voortzetten als bijv. het laat-Capsien, het Tardenoisien, de Maglemosecultuur, het Azilien. Als proto-Neolithisch beschouwt men het Campignien en de Kjökkenmöddingercultuur, met sporen van landbouw en reeds in het bezit van huisdieren en ceramiek. ➝ Steenen tijdvak.
Lit.: Ebert, Reallexikon der Vorgesch. (VIII 1927).
R. De Maeyer.