Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Meroë (Afrika)

betekenis & definitie

1° Landschap in den Anglo-Egyptischen Soedan.

2° Jongere hoofdstad van ➝ Ethiopië, gelegen op het „eiland”, gevormd door Blauwen Nijl en Atbara. Stadhouders uit een zijlinie van de in ➝ Napata resideerende dynastie bouwden hier sinds ong. 800 v. Chr. pyramiden. De Ethiopiërs waren Amoendienaars en helpers van den Egypt. godenstaat van Thebe tegen de overweldigers van Egypte. Zij stonden sterk onder Egypt. invloed. Eerst ong. 200 v. Chr. kreeg het Hellenisme toegang, terwijl M. nu hoofdstad werd. Ruïnes van den hoofdtempel van Amoen en het groote zonneheiligdom zijn over. Met het verval der Rom. provincia Aegyptus en het zich verplaatsen van den centraal-Afrikaanschen handel verloor M. aan belangrijkheid, totdat het ong. 350 n. Chr. door één der koningen van Aksoem onderworpen werd.

Lit.: J. Garstang, M. (Oxford 1911); G. Reisner, Journ. of Eg. Archeology (IX 1923, 34 vlg.); J. Crowfoot, Arch. Survey of Eg. (I 1908-’09).

Meroïtisch schrift werd ong. 200 v. Chr. gevormd naar het Demotisch. Later werd ook een eigen Meroïtisch hiëroglyphenschrift gevormd. Voor de verzameling en ontcijfering heeft F. Ll. Griffith zich groote verdiensten verworven.

Lit.: F. Ll. Griffith, Meroitic Inscriptions, in Arch. Surv. of Eg. (I 1908-'09, II 1909-’10); id., Journ. Eg. Arch. (III 1916, 22, 111; IV, 21, 159); id., Receuil Champollion (1922, 565).

Bent.

Meroïtische taal. Het alphabet bestaat uit 23 teekens van het zgn. consonantische type. Vroeger werd de M. t. wel als de stamtaal van het huidige Nubisch aangezien, latere onderzoekingen hebben echter aangetoond, dat het een Hamietische taal is van een zeer ouderwetsch type.

Lit.: E. Zyhlarz, Das Meroïtische Sprachproblem (in Anthropos, 25 1930).

Wils.

< >