Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Meppel

betekenis & definitie

Gem. in het Z.W. der prov. Drente (XI 352 A2), omvat de kom en het gehucht Oosterboer; ca. 13000 inw., waarvan 73,1 % Prot., 3,1 % Kath., 2,4 % Isr., 2,7 % behoorend tot een andere, 18,7 % tot geen kerkelijke gezindte; opp. 1061 ha, hoofdzakelijk grasland. Naast veeteelt een belangrijke handel en industrie.

Door de ligging te midden van weiland heeft M. veemarkten, vooral van varkens. Veel vervoer van turf door de stad; handel in koloniale waren, waarvoor een vaste verbinding met Amsterdam en Rotterdam. Fabrieken van pharmaceutische artikelen, rijwielfabr., machinefabr., vellenblooterij, timmerfabr., schoenfabr.

Onderwijsinrichtingen: R.H.B.S. met 5-jar. cursus, Rijkskweekschool voor onderwijzers, Rijkslandbouwwinterschool, ambachtsschool, vrouwenarbeidsschool.M. is ontstaan, waar verschillende riviertjes zich vereenigen tot het Meppelerdiep. Tot de parochie M. behooren de stad M., de gem. Wanneperveen, Nijeveen, Ruinerwold, de Wijk, Staphorst en gedeeltelijk de gem. Havelte, Dwingelo en Ruinen.

Bouma.

< >