Gem. in de Ned. prov. Limburg, aan de Geul, waar deze het Maasdal betreedt, omvattende M., Rothem, Raar en Weert. Opp. 1100 ha; ca. 6000 inw., waarvan 98% Kath., 1% Isr.
Landbouw, veeteelt, fruitteelt en industrie: papierfabr., stroopfabr. en kalkbranderij. Noviciaat: der pp. Montfortanen.
Huishoudschool Mariënwaard; Kath. landbouwschool. Isr. synagoge. De mooie, thans vergroote parochiekerk, in Gotischen stijl, met een sacramentshuisje uit 1500, wordt druk bezocht in het octaaf van het H.
Sacrament (bedevaartsplaats ter eere van het H. Sacrament). Kasteelen: de Proostdij en Vaeshartelt. Jongen.Geschiedenis. De Romeinen bezaten hier vsch. landgoederen, waarvan de villa Herkenbergh het meest bekend is. De Frankische koningen hadden hier een villa met paltskapel, Marsana of Marsna geheeten, alwaar de Karolingers vsch. belangrijke samenkomsten hebben gehouden, in 847 en vooral ter gelegenheid van het bekend verdeelingsverdrag van 870. In de 10e e. behoorde de palts van M. aan Gerberga, dochter van koning Hendrik I, echtgenoot van Lodewijk van Overzee. Zij schonk de palts aan de abdij van Reims. De aan de palts verbonden kanunniken werden toen geleidelijk door Benedictijnen vervangen.
Door ruiling werd later de proosdij van M. onderdanig aan de abdij van Eaucourt. Voogden waren de heeren van Valkenburg, later de hertogen van Brabant. M. deelde de lotgevallen der Landen van Overmaas, die in 1661 onder de Rep. der Vereenigde Nederlanden kwamen. De proost mocht met enkele priesters in M. blijven, doch geen zielzorg uitoefenen. In de kerk was het simultaneum. Tijdens de Fransche Revolutie is de proosdij opgeheven, de gebouwen zijn overgegaan aan particulieren en in 1936 tot den grond toe afgebroken.
Thewissen.