1° Charles de, rechtsgeleerde.* 1604 te Luik, † 1674 aldaar. Rechtstudiën aan de univ. te Leuven, daarna aan de univ. te Parijs. Lid van den geheimen raad van den prins-bisschop van Luik, later burgemeester van deze stad.
Verlaat echter de politiek om zich uitsluitend aan rechtsstudiën te wijden.Voorn. werk: Observationes et res judicatae ad jus civile Leodiensium, Romanorum, aliarumque gentium, canonicum et feudale (I-IV 1652-’63; V 1669); Definitiones (posthuum, 1678). Lit.: M. A. Meyers, C. de M., Turisconsulte Liégeois (1926); Maurice Falloise, C. de M., in: Biogr. Nat. (1897). Rondou.
2° Franciscus Antonius, graaf de, aartsbisschop. * 6 Juli 1757 te Luik, † 15 Jan. 1831 te Mechelen. Titulair-bisschop van Hippose en coadjutor van zijn oom, den prins-bisschop van Luik, 19 Febr. 1786; prins-bisschop van Luik, 16 Aug. 1792; bij de Fransche overweldiging trekt hij naar Duitschland en blijft er. Door het Holl. bewind teruggeroepen en aangewezen voor den zetel van Mechelen, legde hij in 1815 den eed af van getrouwheid, die door zoovelen en later ook door den paus werd afgekeurd. Daarom gaf hij in 1817 een verklaring van zijn daad en zoo werd hij door den paus, ofschoon deze niet geheel voldaan was over zijn uitleg, om grooter moeilijkheden te ontgaan, gepreconiseerd tot aartsbisschop van Mechelen, 28 Juli 1817. Dit, alsook zijn verdere handelwijze, deed hem doorgaan voor een handlanger van koning Willem. Nadien echter, bij het openen van het ➝ collegium philosophicum, bleek hij op de hoogte zijner taak en was hij een der moedigste en hardnekkigste tegenstanders van het bewind.
Lit.: P. Claessens, La Belgique chrétienne (II 1883).
Allossery.