Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Matthias van Oostenrijk

betekenis & definitie

Stadhouder van de Nederlanden, koning van Bohemen en Hongarije, keizer van het H. Roomsche rijk. * 24 Febr. 1557, ✝ 25 Maart 1619 te Weenen. Reeds in 1573 had zijn vader, keizer Maximiliaan II, de gedachte geopperd hem als stadhouder van de Nederlanden aan koning Philips II voor te stellen.

Na de moeilijkheden met don Juan werd M. door de opstandige edelen geroepen om Oranje’s invloed te verzwakken (1578). Weldra het werktuig van de Orangistische groep, kondigde hij den Religievrede af, doch verkoos dra ontslag te nemen (29 Oct. 1581). In 1608 werd hij tot koning van Hongarije verkozen; zijn broeder Rudolf was tevens verplicht hem den titel van Boheemsch koning te verleenen.

Op 13 Juli 1612 tot keizer van het Duitsche Rijk verkozen, besnoeide hij de rechten van de Protestanten, en kwam in conflict met Hongarije en Bohemen.Lit.: A. Gindely, Rudolf II u. seine Zeit (Praag 1862-’68). V. Roosbroeck

< >