Arts en plantkundige. * 5 April 1804 te Hamburg, ♱ 23 Juni 1881 te Frankfort a.d. M.
Achtereenvolgens hoogleeraar te Jena, Dorpat, Dresden, Wiesbaden en Frankfort. Vooral bekend om zijn werken op het gebied van de ontwikkelingsleer.Voorn. werken: Beiträge zur Phytogenesis (in: Archiv f. Anatomie, Physiologie und wissenschaftl. Medizin, V 1938); Grundzüge der wissenschaftl. Botanik (2 dln. 1842-’43); Die Pflanze und ihr Leben (1848). Met Nägeli gaf hij van 1844-’46 het Zeitschrift für wissenschaftl. Botanik uit. Lit.: Behrens, M.
S. (in: Botan. Centralblatt, VII 1881).