Masjonaland ligt in Oost-Rhodesië tusschen de Zambesi en de Limpopo, ten N. van Transvaal. Het is een vruchtbare hoogvlakte, steppenland, 1400 tot 1 500 m boven den zeespiegel. Landbouw (maïs, rijst, katoen, vruchten, suikerriet), veeteelt en de mijnbouw (metalen en steenkolen) hebben een rijke toekomst.
Hoofdstad is Salisbury. M. is dun bevolkt en telt ca. 25 000 Blanken en ruim 600 000 inboorlingen. Het is sedert onheuglijke tijden bekend als rijk aan goud, niet alleen in praehistorische (voor Z.
Afrika vóór 1652) eeuwen, maar reeds vóór het begin der Chr. jaartelling en misschien identiek met het Ophir van koning Salomon (→Zimbabwe); bouwvallen van even oude of oudere gouddelverijen en Alluviale goudvelden en ook van forten en tempels van Baal, messen, scheeden, aardewerken andere gereedschappen zijn gevonden, versierd met Sabeïsche (Z. Arab.) en Phoenicische zinnebeelden. De zgn. „vervallen steden” van M. behooren intusschen tot het rijk der fabelen.Geschiedenis. Na de verovering van het land der Masjona’s door de Matabele onder Moselikatse grondvestte deze een militair georganiseerd rijk tusschen de Limpopo en Zambesi. Het moordend regime der Matabele gedurende 80 jaren heeft de Masjona’s echter nagenoeg uitgeroeid. Aan dit schrikbewind maakte de Britsche imperiale politiek der → Chartered Company een einde. Mede om het goud en den vruchtbaren bodem van deze streken werd Moselikatse’s opvolger Lobengoela in 1888 gedwongen de Britsche suzereiniteit te aanvaarden, in 1889 werd zijn land ingelijfd onder de Chartered Company (→ Matabeleland).
M. behoort tot het apost. vicariaat van Salisbury, hetwelk geheel Zuid-Rhodesia omvat. Besselaar.
Lit. : Bent, Ruined Cities of Mashonaland ; F. C. Selous, Addresses to the Royal Geogr. Society; id., Travels in S. East Africa ; A. R.
Colquhoun, Hatabeleland ; C. Bullock, Mashona Laws and Customs.