Kerkelijk-politiek schrijver. * Ca. 1275/80 te Padua, ♱ 1343 te München. M. studeert philosophie te Padua. Eer- en geldzuchtig zwerft hij daarna rond en strijdt o.a. als Ghibellijn bij de Duitsche legers in Italië, 1311.
Dan studeert hij medicijnen en theologie te Parijs, waar hij 1313 als docent en rector der univ. optreedt. Hier knoopt hij vriendschap aan met Joannes de Janduno, die hem helpt bij het schrijven van de „Defensor Pacis” (1324). Hij schreef dit werk naar aanleiding van den strijd tusschen paus ➝ Joannes XXII en den Duitschen koning ➝ Lodewijk van Beieren.
Toen in 1326 bekend werd, wie de schrijvers waren, moesten M. en J. uit Parijs vluchten naar koning Lodewijk, wiens lijfarts M. werd. Grooten invloed had M. op ’s konings optreden in Italië in 1328. Voor zijn actie tegen den paus werd M. beloond met het keizerlijk vicariaat van Rome en het aartsbisdom Milaan.
Maar nog in 1328 moest hij met Lodewijk uit Italië vluchten. Tot zijn dood verbleef hij verder in stilte in Duitschland.Van zijn werken moeten genoemd worden „De translatione imperii” en „De iure imperatoris in causis matrimonialibus”. Belangrijkste is echter „Defensor pacis”. Bedoelend vrede te brengen tusschen Kerk en Staat, is het een der radicaalste geschriften der M.E. In 1327 veroordeelt Joannes XXII 5 stellingen er uit en excommuniceert den schrijver. Niet slechts in den Staat maar ook in de Kerk huldigt M. het beginsel der volkssouvereiniteit. De geloovigen kiezen parochiegeestelijken en bisschoppen.
Zij hebben de wetgevende macht, daar ze met de priesters op de alg. concilies de H. Schrift uitleggen. Het priesterschap is in alle priesters gelijk; het pausschap is geen goddelijke instelling en de paus heeft slechts uit te voeren, wat het concilie besluit. De vorst en met name de keizer is de voornaamste vertegenwoordiger der geloovigen. Hij stelt den paus aan en zet hem af; het kerkelijk goed is rechtens eigendom van den keizer. Alleen de zielzorg is taak der priesters; straffende bevoegdheid heeft slechts de Staat.
Zoo onderwerpt M. de Kerk geheel aan den Staat. In de Defensor Pacis vindt men bijna alle theorieën terug, die later de conciliaristen, Locke, en de theoretici der Fransche Revolutie verder zouden ontwikkelen (Rousseau, triasleer van Montesquieu; cfr. Constitution Civile du Clergé).
Lit.: de nieuwe uitg. v. d. Defensor Pacis door C. W. Prévité-Orton (Cambridge 1928); C. Emerton, The D. P. of M. of P. (ibid. 1920); Religion in Gesch. u. Gegenwart (III 1929, kol. 2025).