Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Marmer

betekenis & definitie

(petrogr.), gemetamorphoseerde kalksteen, die door de metamorphose kristallijn geworden is, hetgeen het gesteente een korrelig aanzien geeft. De oorspr. structuur van de kalksteen, fossielen en anorganische resten zijn verdwenen. Bijmengsels in het oorspr. gesteente geven aanleiding tot de vorming van allerlei kalksilicaten, zooals skapoliet.

Ook glimmer-mineralen en graphiet komen veel voor, zij kunnen het gesteente een geaderd uiterlijk verleenen. Jong.M. is een der mooiste natuursteensoorten en komt in vele soorten en kleuren voor. Het wordt uit open groeven gewonnen. De vsch. Ital. en Fr. benamingen zijn meestal naar de kleur gegeven, zooals Bianco, Blanc (wit); naargelang van de bijmengsels verandert de kleur, zooals door ijzeroxyde van geel (Giallo) tot rood (Rosso, Rouge), met koolstof van grijs (Grigio, Gris) tot zwart (Nero), met chloriet en serpentijn tot groen (Verde, Vert) ; ze worden ook wel genoemd naar de gelijkenis, zooals Brocatello (brokaatachtig), Paonazzo (met pauwenvederteekening).

De meest bekende marmers worden gevonden:

a) in Italië. Vooral bekend is hier het witte m. van Carrara (Bardiglio is fijnkorrelig en donker, in tegenstelling met Chiaro, waarmede de lichte soorten worden aangeduid).
b) In Griekenland: te Penteli (fijnkorrelig wit en blauwachtig wit), op het eiland Tinos (wit of van verschillende kleuren, meestal geaderd).
c) In België, bij Philippeville (Rouge griotte), in Henegouwen (St. Anna : donkerblauw en grijs geaderd).
d) In Frankrijk, in de Provence (Jaune jaspé: Jurakalksteen), in het dept. Pas de Calais (Napoleon rouge en Napoleon gris, welke namen te danken zijn aan de toepassing op het graf van Napoleon).
e) In Duitschland: in de Lahnstreek (donker, roodachtig, zwart met witte aderen), Saksen (zwart), Silezië (rood en grijsblauw), Thuringen (rood en grijs met witte aderen of vlekken). Voorts komt m. voor in Oostenrijk, Tirol, Noorwegen, Zweden, Engeland, Ierland, Klein-Azië, Noord-Amerika e.a.

De drukvastheid varieert tusschen 500 en 2 500 kg per cm2. P. Bongaerts.

In de architectuur worden de vsch. marmersoorten veel gebruikt. Bij Grieken en Romeinen als massieve blokken voor kolommen, treden en muren. Later wordt m. ook als bekleeding gebruikt, speciaal de gekleurde en geaderde soorten. De beeldhouwer gebruikt het blinkend witte, eenigszins doorschijnende Carraramarmer (mooiste soort het stauaire m.). De verwerking eischt groote vaardigheid. Tot op ong. 1 cm boven het oppervlak van het beeldhouwwerk gebruikt de kunstenaar den zwaren moker en puntbijtel, de verdere marmerlaag moet met gradien en bijtel met lichte slagen weggenomen worden, omdat anders doode plekken ontstaan, waar het m. niet meer doorschijnend is.

De gekleurde marmers worden voor de binnenarchitectuur gebruikt. Etienne.

< >