of mariene sedimenten zijn afzettingen gevormd in de oceanen.
Minerogene sedimenten of niet-organogene sedimenten kunnen gevormd worden als chemische neerslag uit het zeewater, bijv. steenzout, waarschijnlijk ook gips. Verder kunnen ze ontstaan door bezinking van puin, asch en verweeringsproducten van andere gesteenten. Dit materiaal kan van het land afkomstig zijn (terrigeen slik) en door rivieren worden aangebracht of door den wind vanuit woestijn of duinlandschap worden meegevoerd, of door afbrokkelen der rotskust in zee gestort worden. Het materiaal kan echter ook van het submariene gedeelte van de aardkorst afkomstig zijn (rood diepzeeslik), bijv. uit onderzeesche vulkaan-uitbarstingen.
Biogene sedimenten of organogene sedimenten zijn gesteenten, die met behulp van organismen worden afgezet. Zoo wordt bijv. de kalksteen afgezet door de werking van een zwam, Bacterium calcis, die uit calciumhoudende oplossing koolzure kalk kan afscheiden. Belangrijke opbouwende werkzaamheid verrichten plantaardige en dierlijke micro-organismen. Wanneer de organismen afgestorven zijn, zinken de kalk- en kiezelhoudende overblijfselen naar den bodem van de zee en vormen daar in den loop der eeuwen een steeds dikker wordende afzetting [globigerinenslik, radiolariënslik, diatomeeënslik (➝ Diepzeefauna), nummulietenkalk (➝ Nummulieten)]. Een andere, speciaal neritische afzetting is het ➝ koraalrif, opgebouwd door kalkafscheidende plantaardige (kalkwieren) of dierlijke (koralen) organismen.
Lit.: L. Collet, Les dépôts Marins (Encyclop. scientifique, Bibliothèque d’Océanographie physique, 1908); K. Andrée, Geologie des Meeresbodens (II 1920); Twenhofel, Treatise on Sedimentation (21932).
v.d. Geyn.