Een eilandengroep in het Westelijk deel van den Stillen Oceaan (13° 21°N., 145° 146°Z.). In 1521 door Magalhaes ontdekt en door hem Ladrones of Dieveneilanden, later naar de weduwe van koning Philips IV Marianen genoemd. Opp. 626 km2, ca. 4200 bewoners.
Behalve Goeam, dat door de Ver. Staten werd geannexeerd, werden de eilanden in 1899 door Spanje aan Duitschland verkocht, maar kwamen sinds den Wereldoorlog aan Japan. Wegens de waterschaarschte zijn de eilanden geheel op den regenval aangewezen, die 210 cm jaarlijks bedraagt.
Weinig variatie in de temp., die gemiddeld 27° C is. Talrijke stormen: jaarlijks 60 taifoens, die groote verwoestingen aanrichten. Tropische plantengroei: palmen, broodvrucht, tabak, katoen, rijst en vezelplanten.
Belangrijke uitvoer van copra.Van de oude bewoners, de Chamorro’s, die een hoogen trap van beschaving hebben bereikt, is nog de kleinste helft over. Het overige deel wordt gevormd door de nakomelingen van de Tagal-immigranten. Goeam (8700 inw.) zal in de toekomst een belangrijke schakel in het verkeer tusschen Azië—Amerika en Azië—Australië kunnen vormen.
v. Frankenhuysen.
Kerkelijk. De M. vormen, met de Carolinen en de Marshall-eil., een apost. vicariaat (Jezuïeten), met zetel te Toloas, op een der Carolinen. Het geheele vicariaat telt ruim 52500 inw., waarvan 20000 Katholieken.