De eerste sporen van M. vinden wij in Syrië bij S. Ephrem (✝ 373), daarna in het Westen bij Sedulius (✝ 521. Vgl.
Introïtus der Maria-mis). Spoedig werden zij talrijk en vele werden in de Maria-liturgie opgenomen, waarvan de bekendste en tevens oudste in het Westen zijn ➝ Ave Maris Stella der Vespers, en Quem terra pontus aethera (Hij dien aarde, zee en ether dienen....) in tweeën gedeeld over Metten en Lauden. In de M.E. werden ook Kyrië en Gloria door tusschenvoegsels min of meer tot M. vervormd (➝ Tropen), en ook meerdere ➝ Sequentiën waren M., gelijk nog heden het ➝ Stabat Mater.
Vgl. ➝ Maria-antiphonen.Louwerse.