Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Marcion

betekenis & definitie

Ketter en sektestichter der 2e eeuw. Afkomstig uit Sinope in Pontus, begon M. ca. 138 zijn dwalingen te verkondigen in Rome, na in het Oosten reeds door Papias en waarsch. ook door Polycarpus veroordeeld te zijn. In Rome werd hij door paus Anicetus in Juli 144 veroordeeld, waarop hij een eigen Kerk stichtte.

Latere levensomstandigheden en datum van overlijden zijn niet bekend. Het systeem van M. is met Gnosticisme en Manichaeïsme verwant en berust in hoofdzaak op de tegenstellingen tusschen den strengen God der Wet van het Oude Testament en den God der Liefde, die zich in Christus heeft geopenbaard. De eerste is niet anders dan de Demiurg der Gnostieken en zal ten onder gaan, al heeft hij door Christus’ schijnbaren kruisdood tijdelijk overwonnen.

M. verwerpt het geheele Oude Testament en stelt als canon op: een gezuiverd Evangelie van Lucas en 10 brieven van Paulus. Paulus alleen heeft het ware Christendom begrepen. M. eischte een strenge ascese en verbood het gebruik van vleesch, wijn en van het huwelijk.

Harnack heeft zijn beteekenis ver overschat (hij zag het ware Christendom in de lijn: Paulus-Marcion-Luther). Toch heeft M. grooten invloed uitgeoefend en de reactie heeft krachtig bijgedragen tot in- en uitwendige ontwikkeling en versteviging der Kath.

Kerk.

Tertullianus, die zelf in dwaling verviel, heeft zijn groote verdiensten als de voornaamste bestrijder van Marcion. Zie ook→ Marcionieten. Lit. : Dict.

Théol. Cath. (IX 1927, 2009-2032); Rech. d. Science relig. (12 1922, 137-168); Harnack, Marcion.

Das Evangelium vom fremden Gott (1924) ; Rev. Hist.

Eccl. (22 1926, 537-550 ; critiek van Draguet. op Harnack) ; Franses, Radicalisme in de eerste eeuwen der Kerk (1936, Collectanea Francisc.

Neerl. III, 6, 28 vlg.). Franses.

< >