Grootste stad van Baden, aan de uitmonding van den Neckar in den Rijn (IX 576 C4); ca. 275 000 inwoners (1933) (41,4 % Kath., 50,6 % Protestant). De binnenstad is in den vorm van een schaakbord gebouwd. De Rijn is slechts tot M. voor schepen van 2 500 ton bevaarbaar.
Daardoor werd M. een belangrijke overlaadbaven voor goederen (o.a. koren, petroleum en kolen), bestemd voor Z. Duitschland. Door gunstige verkeersligging heeft M. ook een bloeiende industrie (landbouwwerktuigen, automobielen, chemische producten).
In M. is een handelshoogeschool. v. d. Wijst Stedebouwkundig merkwaardig door zijn op het slot georiënteerden regelmatigen plattegrond, vervaardigd door den Nederlander Cochom in 1699, na de verwoesting door de Franschen in 1689. Het zeer groote slot is 1720-’60 gebouwd in Barok-stijl.
Het is thans museum. Overige belangrijke werken zijn de Jezuïetenkerk (1733-’60 gebouwd, naar het voorbeeld van II Gesü te Rome), het oude raadhuis (1701-’11) met toren, en het voorm.
Tuighuis (1777).
Verder eenige moderne „Siedlungen” rond de stad. v. Embden Gesch. M. is in 764 voor het eerst, als dorp, vermeld.
De grondslag voor de tegenw. stad werd in 1606 door keurvorst Fred. IV van de Paltz gelegd. In 1689 werd M. door de Franschen verwoest.
In 1802 aan Baden. Speelde een voorname rol in de revolutie van 1848.