Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Manisch-depressieve psychose

betekenis & definitie

Manisch-depressieve psychose is een vrij veelvuldig voorkomende geestesziekte. In de klassieke gevallen volgen manische en depressieve stadia elkander op, eventueel met tusschenpauzen. Het manische stadium als zoodanig biedt het tegengestelde beeld van het depressieve, zoodat men deze twee uitingsvormen op het eerste oog niet als toestanden van eenzelfde ziekte zou beschouwen.

De toestand van het manische stadium is vooral gekenmerkt door een zeer opgewekte en vroolijke stemming, door een versneld en slagvaardig denken, dat tot gedachtenvlucht kan worden, en een sterken bewegingsdrang, die tot allerlei storende en onvoorzichtige handelingen aanleiding kan geven. In het depressieve stadium is de stemming zeer gedrukt, het denken bemoeilijkt en verlangzaamd en bestaat tevens bewegingsarmoede. Armoede- en zondewaan treden vaak op.Deze tegengestelde phasen kunnen meerdere malen gedurende liet leven optreden met meestal weer lange perioden van geestelijke gezondheid. Soms treden alleen manische, soms alleen depressieve toestanden op. Ook is het mogelijk, dat slechts één keer in het leven of een manisch of een depressief stadium optreedt. De verschillende stadia hebben ongeveer een duur van een paar weken tot een paar maanden. Zij genezen, zonder dat er een blijvende verandering der persoonlijkheid ontstaat, maar men moet steeds bedacht zijn op den terugkeer der afwijkende toestanden.

Soms is de manische of depressieve toestand zelf niet geheel zuiver; in den manischen toestand treden verschijnselen op, die in het beeld der depressie thuis hooren en omgekeerd. Zoo kent men een angstige manie, een gedachtenarme manie en een „drukke” depressie. Vrij karakteristiek (vooral in tegenstelling met de schizophrenie) is, dat de manische en depressieve toestanden ook door een normalen mensch „aanvoelbaar” zijn en er blijft bijna steeds een normaal gevoelscontact bestaan tusschen ‘den patiënt en zijn omgeving. Het gevaar bij deze afwijking is, dat in den manischen toestand de patiënt onvoorzichtige, gewaagde en overmoedige daden verricht tot nadeel van zich zelf of van anderen en dat hij in den depressieven toestand zichzelf schade toebrengt, wat meerdere malen tot zelfmoord gaan kan.

Gedurende den toestand van gezondheid zijn deze personen vaak gekenmerkt door een bepaald karakter en temperament: het zgn. cyclothyme karakter. Zij zijn ook dan nogal wisselend van stemming en vallen van een zeer vroolijke in een erg sombere stemming. Het zijn dan personen, die gemakkelijk en vlot een hartelijk gevoelscontact hebben met anderen: zij beïnvloeden gemakkelijk de stemming van den ander en leven zelf ook gemakkelijk mee met de stemming van den ander. Dit alles ziet men soms ook samengaan met een typischen lichaamsbouw: den zgn. pyknischen (vgl. → Constitutietypen). Er bestaat zeker wel eenig verband tusschen den pyknischen lichaamsbouw, het cyclothyme karakter en de manisch-depressieve psychose, zonder dat men dit verband als al te nauw moet opvatten. Bovendien komen de typische gevallen niet zoo erg veelvuldig voor.

Gedurende de ziekteperioden is het hoofdzaak de patiënten goed te verplegen en te bewaken. Op het verloop der abnormale stadia kan men op verschillende manieren invloed uitoefenen. Het optreden en verdwijnen der stadia staat wel onder invloed van biologische processen. De laatste jaren heeft men echter meer aandacht gegeven aan het psychologische gebeuren, dat bij deze ziekte plaats grijpt. De dieptepsychologie heeft in dit opzicht onze inzichten belangrijk verhelderd.

De erfelijkheid speelt in het ontstaan zeker een groote rol. v.d. Sterren

< >