1° Joannes Baptist a, bisschop van Brugge, geschiedkundige, broeder van 2°. * 30 Juni 1809 te Ieperen, ✝ 23 Maart 1864 te Brugge. Doctor in de godgeleerdheid van Rome, werd hij prof. en bibliothecaris aan de hoogeschool te Leuven. Hij was er niet enkel de geleerde, die tal van werken schreef, de schitterende professor, maar ook de leider, die van zijn studenten Katholieken van de daad maakte, wat in die dagen van sterk liberaliseerende strekking oorzaak was van veel wantrouwen ten opzichte van den jongen professor.
Toen dan ook mgr. → Boussen hem als hulpbisschop vroeg en hervroeg, kwam geweldige tegenkanting. Het was eerst na diens dood, dat M. tot bisschop van Brugge benoemd werd (11 Dec. 1848). Hij was een flink beheerder, die het werk van zijn voorganger voortzette.
In zijn paleis richtte hij een bibliotheek in, die nu nog de bewondering verwekt, en begon een diocesaan museum; verder steunde hij de neo-Gotische beweging van Bethune; in alle destijds omstreden vraagstukken treedt hij naar voren: het theologisch onderricht te Leuven, het laïciseeren van de liefdadigheid, van de kerkhoven, van het onderwijs; vurig vereerder van Maria Onbevlekt Ontvangen, begon hij den bouw van haar huldebasiliek te Dadizele.Lit.: Eeuwfeest van Bisdom en groot-seminarie Brugge (1934).
2° Jules, staatsman, broeder van 1°. * 19 October 1810 te Ieperen, ✝ 11 Juli 1886 te Sint Lambrechts-Woluwe. Hij was sinds 1841 bijna voortdurend lid van het parlement. Van 1850 af was zijn groot werk de Katholieken wakker te schudden en te organiseeren tot den strijd tegen ongodsdienstigheid en liberalisme ; hij zelf, in zijn jeugd vol geestdrift door de gedachten van Lamennais, behield er heel zijn leven de strijdersziel van. Herhaaldelijk minister, was hij de fel bestreden kampioen der Kath. beginselen, maar tevens de man, die ieders bewondering afdwong. In den schoolstrijd (1879-’84) was hij wederom de organisator en de leider van het verzet, dat eindigde met de zegepraal van 1884 en de nieuwe schoolwet (zie → België, dl. IV kol. 433-434).
Lit. : Bon. de Trannoy, J. M., 1810 a 1870 (Brussel 1905). Allossery