Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Mainz

betekenis & definitie

1° Stad in Hessen aan den linker oever van den Rijn in het N. van de Bovenrijnsche Laagvlakte tegenover de Mainmonding in den Rijn (IX 576 C 3-4); circa 142 500 inw. (1933), waarvan 61 % Kath. en 34,4 % Prot. M. is een zeer belangrijk verkeersmiddelpunt. Kruising van de spoorlijn Nederland—Zwitserland-Italië (Noordzee—Middell.

Zee) met die van Westnaar Oost-Europa. Levendige handelsplaats. In M. splitst zich de Rijnscheepvaart in die naar den Bovenrijn (Z.

Duitschland, Zwitserland) en die naarden Main (O. Duitschland). Stapelplaats o.m. voor kolen en hout.

Cement-, machine-, meubelen schoenenindustrie. Door de ligging van M. vlak bij de wijnbergen langs Rijn en Main ontstond in M. een belangrijke wijnhandel.

M. is zetelvan een bisschop (zie onder).

Het werd door Bonifatius het kerkelijk middelpunt van Duitschland en beleefde in de M.E. zijn grootsten bloei („das goldene Mainz”). Van 1477 tot 1789 was M. universiteitsstad.Ook strategisch is M. een belangrijk punt. Reeds in 13 v. Chr. werd hier een Romeinsch castellum gebouwd op oudere grondslagen. Na bezetting door de Germanen (400 n. Chr.) groeide daaruit een middeleeuwsche stad, met markt en dom als centrum. Later ontstond aan de Noordzijde de regelmatig aangelegde Neustadt (gemeenschappelijk omwald). Thans zijn de wallen veranderd in groene singels.

Kunst. Voornaamste monument is de dom, welke grootendeels uit de 12e eeuw stamt (Romaansch), met Gotische kapellenreeksen langs de beide langs zijden. Na een brand in 1767 restauratie door Neumann, die ook den Westelijken vieringstoren bouwde. De Gotische Oostelijke vieringstoren is 1869-’79 door Cuypers vervangen door een neo-Romaansche.

Verdere bezienswaardigheden: het keurvorstelijk slot in Renaissance-stijl (1752); bevat een oudheidkundig museum. De oudste Duitsche Renaissancefontein (1526) op het marktplein herinnert aan de overwinning van Karel V op de Franschen in den slag bij Pavia. v. d. Wijst/v. Embden.

Geschiedenis. Mainz is oorspr. een Keltische nederzetting (Mogontiacum), waarop de Romeinen voortbouwden (zie boven). Later was de stad de zetel van een aartsbisschoppelijken keurvorst en had tot het einde der M.E. groote beteekenis vooral op politiek terrein. In de 17e en 18e eeuw werd door buitenlandsche machten om het bezit van M. herhaaldelijk gestreden. In 1803 verdween het keurvorstelijk gebied en in 1816 kwam de stad aan Hessen.

2° Het bisdom M. is vanaf de 4e eeuw bekend, doch dankt zijn vermaardheid aan den H. Bonifatius, die bisschop van M. geweest is. In 781 werd het bisdom tot aartsbisdom verheven. Sinds de 10e eeuw was de aartsbisschop tevens aartskanselier, waaraan later nog de keurvorstelijke waardigheid werd toegevoegd. Tijdens de M.E. waren de kerkvorsten doorgaans personen, die uitmuntten door apostolischen ijver, geleerdheid of staatkundig beleid. Onder kard. Albrecht II van Brandenburg (✝ 1645) drong de Reformatie binnen. De laatste aartsbisschop en keurvorst, F. K. v. Erthal (✝ 1802), was doortrokken van Febronianisme.

In 1821 werd het bisdom M. opnieuw opgericht naar zijn huidige grenzen en als suffragraan onder Freiburg i. Br. gesteld. De bekendste bisschop der vorige eeuw was mgr. von ➝ Ketteler. Th. Heijman.

< >