10 (tegenw. Magnissia), berglandschap aan de Oostkust van Thessalië, vnl. bestaande uit bergreeksen van Ossa en Pelion (XII 384 D/E 3); Demetrius Poliorcetes bouwde er in 293 v. Chr. zijn hoofdstad Demetrias.
2° Oude, waarsch. Thessalische, kolonie aan de Maeander in Klein-Azië, door Gyges met Lydië vereenigd, in 657 v. Chr. door de Kimmeriërs verwoest, later onder Perzische heerschappij. Tijdens den oorlog met Perzië verlegde de Spartaan Thibron de stad bij het hooger gelegen heiligdom van Artemis Leucophryne, waar zij gebouwd werd volgens rechthoekig stratensysteem. In Hellenistischen tijd beroemd om de Artemis-vereering. Duitsche opgravingen brachten o.a. het beroemde Artemision aan het licht, een Jonischen pseudodipteros-tempel, op het einde van de 3e eeuw v. Chr. gebouwd. Reeds vroeg bestond er een Christengemeente. Een der brieven van Ignatius van Antiochië is aan de kerk van M. gericht, waar Damas toen bisschop was (ca. 107).
Lit.: Humann e.a., M. am Mäander (1904); A. v. Gerkan, Der Altar des Artemis-Tempels in M. (1929).
3° (Tegenw. Manisa) Grieksche kolonie in Lydië; in 190 v. Chr. werd hier Antiochus III van Syrië door de Romeinen verslagen; na hoogen bloei in Byzantijnschen tijd werd het door de Mohammedanen veroverd, en was 1398-1453 veelal residentie van den Turkschen sultan.
Lit.: Pauly-Wissowa, Real-Encycl. d. klass. Altertumswiss. (s.v.) W. Vermeulen.