(etymologisch: meervoud van het Welsch mabinogi = kindsheid; afgeleide beteekenis: leerling in de letterkunde, aspirant-bard) is de titel van een uitgelezen verzameling meesterwerken, in proza en in poëzie, der Welsche letterkunde, bewaard in twee hss.: het Red Book of Hergest in de Bodleian Library te Oxford (14e eeuw) en het White Book of Rhydderch in de nationale bibliotheek van Aberystwyth (13e eeuw). Strikt genomen vallen slechts 4 deelen van de verzameling onder den naam M., nl. de verhalen Pwyll, prince of Dyvet; Branwen, daughter of Llyr; Manawyddan, son of Llyr; en Math, son of Mathonwy, maar men is er ook zeven andere toe gaan rekenen: The dream of Maxen; Lludd and Llevelys; Kulhwch and Olwen; The dream of Ronabwy; Owein and Lunet; Peredur ab Evrawc; Gereint and Enid. De M. zelf werd omstreeks 1100 in Midden-, Zuid- of West-Wales bijeengebracht. Owen and Lunet, Peredur, en Gereint and Enid zijn zuiver Arthuriaansch en nauw verwant aan de romans van Chrétien de Troyes (De ridder met den leeuw, Erec et Enide en Percival; ➝ Arthurromans), maar de critici hebben het verband tusschen den Franschen en den tekst uit Wales nog niet kunnen vaststellen.
In Kulhwch and Olwen en The dream of Ronabwy zijn Arthur-stof en mythologische elementen dooreengeweven. Pwyll, Branwen, Manawyddan en Math, de eigenlijke M.-romans, zijn zuiver Iersch. De M. zijn geschreven in het dialect van Zuid-Wales; de schrijvers der romans zijn onbekend.Uitg. en lit.: Gwenogvryn Evans, The White Book M. (1887); Charlotte Guest, The M. (uitg. A. Nutt, 1902); J. Loth, Les M. du Livre Rouge de Hergest (Parijs 1913); E. Anwyl, The four branches of the M. (Ztschr. f. celt. Philol., I-III 1897-1901); J. Loth, Les M. de Math (Revue eelt., XLVI 1929). O Briain.