Nachtspook of kwelgeest, ook nachtmaar of nachtmerrie geheeten, oorspr. een luchtelf, beter een heks, die in het volksgeloof de menschen in hun slaap beklemde en vooral de paarden verontrustte, die dan ’s morgens bezweet en met gevlochten manen en staart op stal staan.
Lit.: Jos. Schrijnen, Ned. Volkskunde (I 21930).