1° → Claudius Lysias.
2° Een legeraanvoerder van de Syrische koningen Antiochus IV en V. Onder Antiochus IV ondernam hij twee veldtochten (in 165 en 164 v. Chr.) tegen Judas den Maccabeër, maar werd telkens verslagen. Onder Antiochus V trok hij voor de derde maal tegen Judas op en sloeg het beleg voor Jerusalem. Door een opstand in Syrië werd hij gedwongen het beleg op te breken en met Judas vrede te sluiten. Bij de troonsbestijging van Demetrius I werd hij door zijn eigen troepen gedood. Keuters.
3° Een der tien Attische redenaars, vooral logograaf. * Ca. 445 v. Chr. te Syracuse, ✝ ca. 380 te Athene. Van 233 in de Oudheid bekende redevoeringen zijn er 34 bewaard; alleen de aanklacht tegen Eratosthenes heeft L. zelf uitgesproken. In het pleidooi is L. een meester. Reeds in de Oudheid werd hij terecht aangezien als onovertroffen in eenvoud, klaarheid, zuiverheid van taal en stijl, en dus beschouwd als een model van zuiver Attisch.
Uitg.: Hude (1912); Thalheim (1913 ed. maior, 1929 ed. minor). V.Pottelbergh.