(Euboea), Oud-Grieksch dichter en philoloog. * ca. 330 v. Chr. L. werd naar Alexandrië geroepen om in de bibliotheek de afd. der comedie te ordenen; schreef een werk over de comedie; dichtte vsch. (verloren) drama’s, alsook een duisteren, dramatischen monoloog, Alexandra genaamd naar de heldin Alexandra (= Cassandra), die de lotgevallen van Troje en de Trojaansche helden tot aan den tijd van Alexander den Grooten voorspelt.
Uitg. van Alexandra d. Kinkel (1880), Scheer (met de scholia, 2 dln. 1881-1908), von Holzinger (met comm-, 1895). V. Pottelbergh