Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lupine

betekenis & definitie

(Lupinus), een plantengeslacht van de fam. der vlinderbloemigen, komt met 100 soorten vnl. in Amerika voor. Enkele soorten behooren om de Middell. Zee thuis.

Het zijn eenjarige of overblijvende planten met handvormig samengestelde bladeren en verschillend gekleurde bloemen in eindelingsche trossen. Veel gekweekt worden de gele l. (L. luteus) voor grondverbetering (→ Stikstof bacterie) en de veelbladige l. (L. polyphyllus) als sierplant. Bouman Lupine is een gewas van den kalkarmen, hoogen zandgrond; op zwaren, kalkrijken grond mislukt de teelt als regel.

De gele l. wordt vanwege haar stikstofverrijking van de bouwvoor vooral gewaardeerd als eerste gewas op ontginningsgrond, waar zij als hoofdgewas voor groenbemesting wordt geteeld. Maar ook als stoppelvrucht vooral na rogge verbouwt de zandboer de l. voor groenbemesting (speciaal voor aardappelen). De witte l. zou door haar snellen groei nog meer voor stoppelteelt geëigend zijn, was het niet dat zij wat hoogere eischen aan den grond stelt en gevoeliger is voor plantenziekten.

De blauwe I. wordt weinig voor landbouwdoeleinden uitgezaaid. Ofschoon én het zaad én de groene massa zeer eiwitrijk zijn (gehalte aan eiwitachtige stoffen van het zaad bedraagt meer dan 40 %), werd de l. toch weinig als veevoeder gebruikt, vanwege haar gehalte aan bitterstof (lupinine en lupinidine) en de vergiftige lupinotoxine of ictrogeen, waardoor na voeren, vooral bij schapen, vergiftigingsverschijnselen optreden, de zgn. „lupinose”, niet zelden met den dood eindigend.In Rusland en Duitschland (hier in 1926 door R. von Sengbusch) werden zgn. „bitterstofvrije” zoete l. gevonden, die onder den gepatenteerden naam „zoete lupinen” in den handel gebracht werden, practisch geen bitterstof bevatten en daardoor voor voederdoeleinden uitstekend geschikt zijn. Sindsdien heeft de teelt der l., vooral bij den zandboer, zeer aan interesse gewonnen en belooft ze voor hem, mits de l. niet sterk onderhevig blijkt aan ziekten, o.a. virusziekte, een prachtig hulpmiddel om de eiwitvoorziening zoover mogelijk uit eigen bedrijf op te bouwen. Dewez

< >