Luis coloma - Spaansch Jezuïet en schrijver; * 1851 te Jérez de la Frontera, ✝ 1915. C. studeerde te Sevilla rechten; daarna letteren onder leiding van Fernan Caballero.
Zijn vereering voor haar blijkt uit Recuerdos de F. Caballero (1910). Aanvankelijk ietwat naturalistisch georiënteerd (Lectures recreativas, 1887), leidt hij zijn verder werk in zuiver providentialistische richting. Zijn hoofdwerk, Pequeneces (1891), door C. bedoeld als een moraalpreek, is een satyre op de aristocratie van Madrid. Het bevat een tendentieuze beschrijving, vaak zeer levendig en kleurig en dramatisch getint, van het Spaansche leven in de laatste jaren vóór het herstel.
Pequeneces verwekte veel opspraak; het was echter niet persoonlijk bedoeld en diende slechts om de ondeugden en misstanden te laken. Zijn verdere werken zijn van historischen inhoud. Zij zijn geen modellen van taalzuiverheid; echter is zijn taal helder, levendig, soepel en pittoresk. Zijn Voorn. werken werden in het Ned. vert. Borst Voorn. werken: Retratos de antano (1895); La reina mártir (1902); El Marqués de Mora (1903); Jeromin (1905); Boy (1910).
Lit. E. Pardo Baz;in, El Padre L. C., in Obras (XXXII); C. Eguia, Literatura y Literatos (II Barcelona 1917, 71-197); Carta de Currita Albornoz al P. Coloma, J. Valera (Madrid 1890 ; polemiek n.a.v. Pequeneces); A. Salcedo, Fernan Caballero y el P. L. C., in El Universo de Madrid (1 Jan. 1908).