Stad in de Beiersche Rijn-Palts aan den Rijn tegenover Mannheim (IX 576 C4); ca. 105 000 inw. (ca. 45 % Kath., 48 % Prot.). Handels- en industriestad, knooppunt van verkeerswegen. Ruime overlaadhaven (van spoorweg naar schip) voor koren, ijzer, steenkolen, enz.
Chemische industrie (Badische Anilinund Sodafabrik, waar ca. 28 000 menschen werk vinden); metaal-, houten textielindustrie. Oorspr. voorstad van Mannheim (gesticht 1808); in 1843 naar koning Lodewijk I van Beieren genoemd. Comijn