Schrijver van het derde evangelie, een geneesheer (Col. 4.14), waarschijnlijk uit Antiochië in Syrië, van geboorte een heiden, sloot zich na zijn bekeering bij Paulus aan en begeleidde hem op diens tweede missiereis tot in Philippi, waar hij achterbleef. Op de derde missiereis vergezelde hij den apostel van Philippi naar Jerusalem. Ook tijdens de zgn. gevangenschapreis naar Rome was hij in Paulus’ gezelschap.
Wij vinden hem nog te Rome tijdens de tweede gevangenschap van den apostel (2 Tim. 4.11), maar verder hebben wij over zijn lotgevallen geen gegevens meer. Feestdag 18 October.Voor voorstellingen van L. in de iconographie, ➝ Evangelisten. Zie ook de pl. t/o kol. 364 in dl. I en verder de pl. in dit deel (vgl. den index in kol. 831/832).
Als symbool van L. wordt gewoonlijk een kalf of stier afgebeeld, waarsch. omdat zijn Evangelie begint met het offer van Zacharias. Overigens bestaat omtrent de dierensymbolen, ontleend aan Ezechiël 1.5 en Apoc. 4.6, welke door Kerkvaders op de Evangelisten toegepast worden, geen eenstemmigheid. Ook de leeuw wordt als symbool van L. aangetroffen.
St. Lucas in de legende. Aan L. worden meerdere Madonna-portretten, alle van Byzantijnsch type, toegeschreven. Voor de echtheid dezer afbeeldingen bestaat geen voldoende bewijs. Het oudste bericht over L. als schilder komt voor bij Theodorus lector in de 6e eeuw. Volgens diens getuigenis heeft keizerin Eudoxia te Jerusalem een door L. vervaardigd portret der H. Maagd gevonden en geschonken aan haar schoonmoeder Pulcheria, gemalin van Theodosius II te Konstantinopel. Deze traditie wordt in de 14e eeuw vermeld door Nicephorus Callistus (Eccl. Hist. 2,43). Sindsdien wordt L. als patroon der schilders vereerd. Bekend is het schilderstuk van Rogier van der Weyden, waarop Lucas, de H. Maagd en het Kind schilderende, staat afgebeeld. Daar het eerste bericht stamt uit de 6e eeuw en van origineel en copieën niets verder bekend is,staat de traditie van L. als schilder zeer zwak. Augustinus (de Trin. 8.6) verklaart, dat we Maria s gelaat niet kennen. Vermoedelijk steunt de traditie op het feit, dat L. meerdere bijzonderheden in zijn evangelie over de kinderjaren van Christus van de H. Maagd vernomen heeft, en op verhalen uit apocriefe evangeliën, waar L. bijzonder met de H. Maagd in verband gebracht wordt.
In Zwitserland en te München bestaan Lucas-genootschappen voor Christelijke kunst; in België Lucasgilden, in Ned. een St. Lucas Ver. van schilders.
Lit.: Acta Sanctor. (18 Oct.).
Het Evangelie van Lucas, het derde der canonische evangeliën. Volgens de traditie is Lucas, de reisgezel van Paulus, de schrijver. De gegevens van het evangelie zelf bevestigen deze meening. De auteur was een ontwikkeld Hellenist. De universalistische opvatting van het Christendom en andere op den voorgrond staande ideeën van het evangelie verraden den leerling van Paulus. Het evangelie is gericht aan Theophilus en bestemd voor de Christenen buiten Palestina. In een voorwoord geeft de schrijver verantwoording van zijn werk. Er blijkt uit, dat er reeds over het leven van Christus geschreven is, en Lucas wil na alles zorgvuldig onderzocht te hebben, naar orde een nieuw leven schrijven om het geloof te versterken. Zijn doel is religieuze geschiedenis te schrijven. Hij behandelt de kindsheidgeschiedenis; het openbaar leven in de Galileïsche periode; geeft een uitgebreid bericht van een reis naar Jerusalem en het lijdensverhaal. Lucas vertelt veel bijzonderheden, feiten, woorden en vooral parabels, die bij de andere evangelisten niet gevonden worden. De voornaamste bevinden zich in het reisverhaal. De meeste, vooral Katholieke auteurs vinden in Lucas een meer chronologische volgorde der feiten. Waarschijnlijk heeft hij echter vnl. een systematische ordening bedoeld. Zeker heeft hij geschreven en ongeschreven bronnen benut. Waarschijnlijk ook het evangelieverhaal van Marcus. Over de verhouding tot het evangelie van Matthaeus is men het niet eens. Over de genuïteit van sommige pericopen, vooral van 22.43 en 44, wordt getwist. Dit evangelie is zeer mooi en wordt genoemd het evangelie van Gods barmhartigheid, het evang. der zondaren, het evang. der vrouwen.
Over L. als auteur der ➝ Handelingen der Apostelen, zie aldaar.
Lit.: o.a. Lagrange, Evangile selon Saint Luc 1921); Soubigou, Sous le charme de l’evangile selon saint Luc (1932).