Eens koninklijk paleis, thans museum te Parijs. De bouw is aangevangen in 1190, als feodaal kasteel, op een toen waarsch. reeds versterkte plaats. In 1546 wordt begonnen met een paleis, dat dit slot zou vervangen, naar de zeer omvangrijke en grootscheeps opgezette plannen van Lescot.
Eenige eeuwen is aan de voltooiing van deze plannen gewerkt; achtereenvolgens hebben verschillende groote architecten, als Du Cerceau, Le Mercier, Le Vau, Perrault, gedeelten uitgevoerd en daarop hun persoonlijk stempel gezet. Eerst in en na de groote revolutie kwam het aanvankelijke plan gereed. Het gebouw had inmiddels de bestemming tot museum gekregen; het omvatte toen een groot kwadratisch complex, dat met een langen vleugel langs de Seine verbonden was met het paleis de Tuilerieën.
Napoleon I vatte het plan op tot een tweeden vleugel, parallel aan die langs de Seine (arch. Percier en Fontaine), welk plan eerst in 1857, onder Napoleon III, werd voltooid (arch. Visconti en Lefuel).
In 1871 brandden de Tuilerieën af en werd ook het L. ernstig beschadigd. De in het museum ondergebrachte collectie kunstwerken is een der rijkste ter wereld: Egyptische en Grieksche kunst en oudheden, Italiaansche, Vlaamsche, Hollandsche schilderkunst, munten, meubels, ceramiek, enz. Lit. : J. H. Plantenga, Verzamelde Opstellen (1926); H.
Verne, Le Palais du L., enz. (2 dln. 1923); L. Batifol, Le L. et les Plans de Lescot (in Gaz. d. B.
Arts, 1910).v. Embden.