(scheik.) (cerussa) is basisch loodcarbonaat, gebruikt als goed dekkende witte pigmentkleur. Door zijn groote vergiftigheid wordt het veel vervangen door andere witte verfstoffen als lithopone, zinkwit en titaanwit. L. wordt verkregen door loodoxyde in een oplossing van loodacetaat op te lossen, deze met koolzuur neer te slaan, waar door men de loodacetaatoplossing terugwint, die dan weer oxyde kan oplossen (Fransche methode).
Het is echter niet noodig het loodoxyde en de oplossing afzonderlijk te bereiden. Men kan ook platen lood in een vertrek ophangen, waar koolzuur en dampen van azijnzuur in gebracht worden. De platen bedekken zich dan met een dikke korst (Duitsche methode).
In principe hetzelfde is de Hollandsche methode: het lood wordt hier in aarden potten opgerold, op welker bodem een weinig azijn gegoten is. De potten worden, los gesloten, in rottenden paardenmest ingegraven, welke het koolzuur levert alsmede een weinig warmte, waardoor het proces wordt versneld.Lit.: A. Meeuwesen, Geschiedenis, bereiding en eigenschappen van het loodwit (1910). Zernike.