Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lokeren

betekenis & definitie

Stad in de prov. Oost-Vlaanderen, gelegen aan de Durme, 22 km ten O. van Gent. Opp. 4348 ha (zandgrond), ca. 24 000 inw. (Kath.).

Zeer bedrijvige kleinhandel; belangrijke landbouw; vermaarde textielindustrie (katoenspinnerijen en -weverijen), touwslagerijen (jute) en huidenbewerking. L. is hoofdplaats van een administratief kanton en een dekenaat. Op het grondgebied van L. werden drie parochiedorpen gesticht: Hei-einde (1450 inw.), Oudenbosch (ca. 750 inw.) en Heirbrug (ca. 2300 inw.).

Vsch. kloostergemeenten: pp. Minderbroeders, broeders Hiëronymieten; zrs. Theresianen, Coletienen, Zusters der Engelen (Moederhuis).L. telt een teekenacademie en een muziekschool, en als middelb. onderwijsinrichtingen het biss. college St. Lodewijk en een scholasticaat (volledige Oude Humaniora) der pp. Minderbroeders. Pensionaat van O. L. V. Praesentatie voor meisjes. Het kapelletje „O. L. V. van den Kop” is een druk bezochte bedevaartplaats.

De dekanale Laurentiuskerk (Renaissance 1e helft 17e e.) bezit een prachtigen preekstoel (Jesus te midden der leeraren) van Th. Verhaegen.

Geschiedenis. Lokerne (1122) is een dorp bij de Durme, op de grens (Lokerbeek) van den pagus Wasiae; het wordt eerst in de 19e eeuw onder de „steden” vernoemd. De brug over de Durme vereenigt hier water- en landweg en is de eerste reden voor ontwikkeling geweest. L. werd een marktplaats, en reeds dit privilegie wekte de felle afgunst van Dendermonde, dat den opbloei van L. zoo veel mogelijk tegenhield. Desondanks bloeide de handel in landbouwproducten uit het Waasland, in vlas, lijnwaad en garens hier op rond het einde der 17e eeuw. Na crisis, in het midden der 18e eeuw, ontstaan er weder belangrijke nijverheidsinrichtingen: hoedenmakerij, lijnwaadbleekerijen, katoendrukkerijen. Bij Chastellain vindt men een dramatisch verhaal over „het gevecht van L.”, 1452, tusschen Gentenaren en krijgslieden van graaf Philips den Goeden.

Lit.: De Potter en Brieckaert, Gesch. der stad L.; Thuysbaert, Het Land van Waas. Prims.

< >