Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Linie van toezicht

betekenis & definitie

(Ned. belastingrecht), een strook gronds langs de grens, waar het vervoer en de →nederlage van goederen aan beperkingen zijn onderworpen [→Invoer (II Ned., sub Maatregelen enz, b)]. De linie aan de zeezijde is ten hoogste 2,6 km breed; aan de landzijde onderscheidt men twee linies; de le linie ten hoogste 5,5 km, de 2e linie ten hoogste 22 km breed, gemeten van de grens af. Zie art. 177 en 162 Alg. wet van 26 Aug. 1822, Stbl. 38; de loop der linie is bij Kon.

Besluiten aangewezen. M. Smeets.In het Belg. belastingrecht geldt dezelfde begripsomschrijving als voor Ned. De breedte echter verschilt. Zij is vastgesteld aan de landzijde op maximum 10 km, langs de zeezijde bedraagt zij ten hoogste 5 km.

Vóór 1914 was het tracé der l. v. t. vastgesteld bij het K. B. van 4 Maart 1851. Na den wederafstand der kantons Eupen, Malmedy en St. Vith en na het afsluiten van het Belgisch-Luxemburgsch tolverbond werd het tracé heraangepast door het K.B. van 24 April 1927. Rondou.

< >