1° Detlev von, pseud. voor Fr. Ad. Axel, Duitsch Impressionistisch dichter, roman- en tooneelschrijver. * 3 Juni 1844 te Kiel, ✝ 22 Juli 1909 te Alt-Rahlstedt bij Hamburg.
L. trad pas in 1883 op, met Adjutantenritte, den neerslag zijner officiersherinneringen uit de oorlogen van 1866 en 1870; kwam onder invloed van het Naturalisme, zonder met zijn romanen tooneelwerk van dat slag veel bijval te oogsten; zijn gedichten en novellen daarentegen, met hun persoonlijken, Impressionistischen stijl, verzekerden hem een leidende positie in de letterkunde omstreeks 1900. Zijn werk verraadt een ondiep, bijna geheel door zinnelijke waarneming opgeslorpt zieleleven; maar de lyriek is vloeiend en frisch en zijn ballade treffend van plastiek. Met Poggfred vernieuwde hij het comisch heldendicht.Uitg. : Samtl. Werke (8 dln. 1922).
Lit. : H. Spiero, D. v. L. (1913) : H. Maync, L. (1920). Baur
2° Rochus von, Duitsch Germanist en folklorist. * 8 Dec. 1820 te Plön, ✝ 5 Mrt. 1912 te Koblenz.
Voorn. werken: Die hist. Volkslieder der Deutschen vom 13-16. Jhdt. (1865 vlg.): Deutsches Leben im Volkslied (1885). Leiding van de Allg. deutsche Biographie (1875-'97).
Lit. : A. Bettelheim (1917).