Lijmvorm of gelatinevorm. De gipsgieter of mouleur kan als hij meerdere afgietsels in gips van een model moet hebben, gebruik maken van een lijmvorm. De betere methode voor reproductie is de → stukvorm.
De elastische l. (het negatief dus van het model) kan men van een model met om- en ingrijpende deelen afnemen door rekken en buigen. Dit is het groote voordeel van een l. ten opzichte van een stukvorm, maar tevens is het een der nadeelen van den l., omdat hierdoor ook vervormingen kunnen ontstaan.
De werkwijze voor het vervaardigen van een l. is als volgt. Het model moet geschellakt en geolied zijn en vastgezet worden. Men bedekt het model met een klei-laag van ong. 2½ cm of minder, naargelang van de soort van lijm, welke men gebruikt. De kleilaag neemt voorloopig de plaats in van den l. Over de kleilaag vormt een gipslaag van ruim 2 cm de kap. Na verwijdering van de kleilaag en nadat in de kap vooraf luchten gietgaten aangebracht zijn en de kap inwendig geschellakt en geolied is, wordt de ruimte tusschen model en kap met een intusschen bereide dikke lijmpap aangevuld. Na 12 uur opstijven neemt men de kap af en rekt en buigt den l. van het model af en legt den l. in de, vanzelf passende, kap. Wanneer het model rondom gevormd is, bijv. een buste, bestaan de kap en de l. uit twee helften.
Na ontvetten en met aluinoplossing verharden en daarna weer oliën kan men de gipspap in den l. gieten. Reeds ong. 20 min. hierna moet de gips uit den l. verwijderd worden, omdat gips door het verhardingsproces warm wordt en daardoor den l. weer zacht zou maken. Men kan 10 tot 20 afgietsels in één l. maken. Het maken van en het gieten in een l. vereischen veel routine. Etienne.