De muzikale vormleer past de vormen van het lied toe op instrumentale composities, evenzeer als op de vocale. Weinig voorkomend is de ééndeelige l., die slechts uit één muzikalen volzin bestaat. In den tweedeeligen l. (A B) gaat de zin A naar halve sluiting of modulatie; zin B voert terug naar den hoofdtoon.
In den driedeeligen l. (A B A) voert A naar dominant of parallel, B beweegt zich in neventoonsoort, en A voert terug naar den hoofdtoon. Ook het schema ABC komt als ilriedeelige l. voor. Door splitsing van elk deel in meerdere onderdeden ontstaat de samengestelde driedeelige l.
Uitbreiding wordt tevens verkregen door overgangsof verbindingszinnen en door coda (aanhangsel). de Klerk