Het in de 18e e. ontstane zangspel van eenvoudige factuur, waarin de aria’s vervangen werden door liederen in den volkstoon. Men kan het beschouwen als een reactie tegen de opera, evenals zulks het geval was met de → ballade-opera in Engeland. De Singspiele van Joh.
Adam Hiller hadden het genre in Duitschland voorbereid. Goethe was groot voorstander van het l. en vond in Reichardt den componist om in dien zin op teksten van hem te werken (o.a. Jery und Bately).
Mendelssohn betitelde zijn „Heimkehr aus der Fremde” (1829) nog Liederspiel, hoewel de conceptie meer die van Sinspiel en Komische Oper is. In Frankrijk had de „opera-comique en vaudeville” nagenoeg dezelfde beteekenis als het liederenspel. de Klerk