Lichaamsgroei bestaat uit toename in lengte en gewicht. Elke diersoort heeft haar eigen groeitempo, dat bij den mensch weer afhankelijk is van ras, geslacht en constitutie, terwijl bovendien de verhouding tusschen leeftijd, lengte en gewicht niet constant blijkt. Het gevolg hiervan is, dat voor den lichaamsgroei een algemeen geldende tabel of formule niet bestaat.
De voldragen pasgeborene heeft een lengte van ca. 60 cm, terwijl het gemiddeld gewicht, dat bij meisjes geringer is dan bij jongens, ca. 3 250 g bedraagt. Gedurende de eerste levensweek vermindert het gewicht met 100-150 g (physiologische gewichtsafname); daarna neemt het weer toe. Bij het einde van het eerste levensjaar is de lengte 70-75 cm, terwijl het lichaamsgewicht tot het drievoudige van dat bij de geboorte gestegen is (zie tabel).Een kwantitatief of kwalitatief onvoldoende voeding (en soms een overvoeding) uit zich bij het kind door onvoldoende gewichtstoename, waarbij de lengtegroei slechts weinig beïnvloed wordt, en door kan gaan ondanks gewichtsverlies. Ook gedurende den zuigelingenleeftijd wordt de gezondheidstoestand niet slechts door het gewicht bepaald; vooral de gelijkmatige stijging van de gewichtslijn is van groote beteekenis; zoowel een te sterke als een onvoldoende gewichtstoename moeten vermeden worden.
Na het eerste levensjaar kan men het ideale gewicht gedurende den kinderleeftijd ongeveer berekenen met de formule van Herrmann: y = 2x + 8, waarin y het aantal kg en x het aantal levensjaren voorstelt. De toename van gewicht en lengte geschiedt echter niet regelmatig; vooral op het einde van den kleuterleeftijd en gedurende de puberteit, vindt een sterke lengtegroei plaats (strekkingsperioden).
De gemiddelde lengte van den volwassen mensch bedraagt ca. 165 cm, de vrouw is gemiddeld 7% korter dan de man. Waarsch. ten gevolge van de verbeterde volksgezondheid neemt de gemiddelde lengte van het Ned. volk toe. Gedurende den ouderdom wordt het lichaam korter ten gevolge van de verkromming van de wervelkolom en het smaller worden der tusschenwervelschijven. Voor de berekening van het ideale lichaamsgewicht voor volwassenen wordt o.a. de formule van Broca gebruikt: G = L-100, waarin G het aantal kg en L het aantal cm der lichaamslengte voorstelt. Ook deze formule heeft slechts een beperkte waarde, zoodat afwijkingen tot 10% nog als normaal worden beschouwd. Van grooter beteekenis dan het absolute lichaamsgewicht is een sterke toename of vermindering, welke op ziektetoestanden kunnen berusten (o.a. vochtretentie, stoornis der interne secretie, stofwisselingsziekten, tuberculose). Koenen