Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Libye

betekenis & definitie

Ital. kolonie in het N. van Afrika (I 536 E/F 1-2), bestaande uit Tripolitanië en Cyrenaica met hun achterland; totale opp. 1 600 000 km2 met naar schatting 750 000 inw., waarvan Tripolitanië 900 000 km2 met ong. 550 000 inw. en Cyrenaica 740 000 km2 en ong. 200 000 inw. In het N. van Tripolitanië strekt zich een kustvlakte uit, Dzjefara genoemd, met een opp. van 13 000 km2, naar het O. smaller wordend, omdat daar de afsluitende bergrand, de Lyb. Dzjebel, de kust meer nadert.

Ten O. van Homs is de vlakte zoo droog, dat ze voor landbouw niet in aanmerking komt, evenmin als Cyrenaica, met uitzondering van de hoogere kustlanden aldaar, die meer regenval hebben. Achter den Dzjebel begint de woestijn met in Tripolitanië de oasen van den Fezzan en in Cyrenaica de Koefra-oasen.Het klimaat wordt gekenmerkt door betrekkelijk koude winters met regenval en heete, droge zomers. Naar het binnenland nemen de extremen toe. Berucht is de woestijnwind de Gibli. De kustgebieden van Tripoli en Bengasi zijn het best besproeid. Ook is veel grondwater aanwezig, dat reeds voor een deel wordt opgepompt.

De bevolking bestaat uit de Hamietische Berbers en Arabieren, die L. eeuwenlang beheerschten. Meer naar het Westen neemt het Berber-element toe. In het Zuiden wonen de woestijnvolken Tibboe’s en Toearegs.

De kuststreek is het economisch zwaartepunt van L.: hier worden land- en tuinbouw uitgeoefend. Achter den plateaurand is de beteekenis van L. gering; daar woont geen Italiaan duurzaam en leeft geen Ital. gezin. De Ital. regeering bevordert landbouw en veeteelt met kracht, in de hoop van L. een kolonie te maken, die zich zelf kan bedruipen en die veel Italianen zal kunnen opnemen. Het resultaat is echter nog niet groot.

Ook het verkeersvraagstuk heeft de volle aandacht der regeering. De havens van Tripoli en Bengasi zijn gemoderniseerd. Er is slechts ong. 360 km spoorweg en wel in de omgeving van de genoemde havensteden. In L. is de auto het vervoermiddel: veel autowegen zijn aangelegd. Allereerst de kustbaan van Tunis naar Egypte; van hier uit gaan veel wegen de vlakte binnen tot aan den voet van den Dzjebel. Verder Zuidwaarts zijn de oude karavaanwegen voor het autoverkeer geschikt gemaakt. Ten Z. van Moerzoek is nog steeds de kameel het transportdier; Tibboe’s en Toearegs verzorgen hier het verkeer. Veel vliegvelden zijn aangelegd.

L. heeft een groote geo-politieke beteekenis: het is een doorgangsland naar betere oorden. Op de Londensche overeenkomst van 1915 werd bepaald, dat L. al het land zou omvatten, dat eenmaal in handen van de Turken was. En de Turksche aanspraken gingen tot ten Z. van het Tsaad Meer. De Italianen hebben deze rechten overgenomen en streven naar uitbreiding hunner macht in het Z. In 1934 werden kleine woestijngebieden door Engeland en Frankrijk aan Italië afgestaan.

Geschiedenis. Bij den vrede van Ouchy, die een einde maakte aan den Turksch-Ital. oorlog (1911-’12), stond Turkije zijn Noord-Afrikaansch bezit aan Italië af. De Italianen hadden een hardnekkigen strijd te voeren om L. te veroveren; zij zochten daarbij steun bij de Berbers. In den Wereldoorlog weer nieuwe opstanden. Pas in 1932 werd de tegenstand definitief gebroken met de verovering van de Koefra-oasen, hoofdzetel van de Mohamm. religieuze orde der Senoessijja.

Missie. L. is verdeeld onder 2 apostol. vicariaten,

1° Cyrenaica, residentie Bengasi. toevertrouwd aan de Italiaansche Minderbroeders; bijna 20 000 Katli.
2° Tripolis, residentie Tripolis, Italiaansche Mindeibroeders, ruim 32 000 Katholieken.

Lit.: Banse, Tripolis (1912): Banse, Wüsten, Palmen und Basare (1921) ; Fantoli, Tripplitania. (1923); Fantoli, Cirenaica (1923); Marinelli, La Cirenaica (1923); Pehagnani, II Sahara tripolitano (1929) ; Rossi, Tripolis (Enzyclopädie des Islam, 1931) ; Albert Kuyle, Het land van de dorst (1935); Ter Veen, Kol. vraagstukken in Ital. N. Afrika (in Tschr. Aardr. Gen., 1935); Annuaire Pontif. Cath. (1936). v. Velthoven

< >