Zelfstandige Negerstaat aan de Peperkust in Opper-Guinea (I 536 B/C 4); opp. 95 400 km2 met naar schatting 2 millioen bewoners (20% Mohamm., 3,4% Prot., 0,35 Kath.). Liberia is ontstaan uit eenige nederzettingen, o.a. Monrovia, die door Noord-Amerikaansche kolonisatie-vereenigingen voor vrijgelaten Negerslaven sedert 1821 werden gesticht; de Amer. president Monroe steunde deze actie krachtig.
Men hoopte de Afr. Negers door het voorbeeld van een uit Amer. Negers bestaanden staat te beschaven.
Maar de ontwikkeling van L. beantwoordde niet aan de verwachtingen; de in 1847 onafhankelijk verklaarde republiek met een bestuur, ingericht naar het voorbeeld van dat der Ver. Staten, had nooit een krachtige regeering. Het kleinste deel der bevolking, nl. de Americo-Liberians en hun nakomelingen, slechts ong. 12 000 in getal, hebben stemrecht.
De regeeringstaal is het Engelsch. Door verdragen met Engeland en Frankrijk zijn de grenzen vastgelegd. De in het binnenland wonende Mandingo’s zijn nog nagenoeg onafhankelijk; het zijn Mohammedanen.
De kustbewoners, de zeevarende Kroe-volken, zijn heidenen, de Americo-Liberians vnl. Protestant.Achter de mangrove-kust stijgt een dun bevolkt boschgebied trapsgewijs tot 1 000 m omhoog. De vele rivieren vormen talrijke watervallen en zijn alleen in het mondingsgebied bevaarbaar. Het zwoele, vochtige klimaat is voor den Blanke ongezond. Het binnenland is nog weinig bekend; men drijft er handel in boschproducten. In de omgeving van de hoofdstad Monrovia vooral zijn oliepalm-, klapper-, cacao- en koffie-ondernemingen. Amerika begon er met rubber-aanplant. Van Monrovia en Grand Bassa voeren straatwegen het binnenland in; spoorwegen zijn er niet. Financieel staat L. er niet goed voor; de financiën staan sedert 1927 onder controle van de Ver. Staten.
L. is een apostolisch vicariaat, met residentie te Monrovia en bediend door de Congregatie van de Afrikaansche Missies van Lyon. Het telt ruim 7000 Kath. Ook de Prot. Zending is er werkzaam.
Lit. : Büttikofer, Reisebilder aus L. (2 dln. 1890); Johnston, L. (1906); Volz, Reise durch das Hinterland von L. (1911); Maugham, The Republic of L. (1920); Reeve, The black repubiic L. (1923); S. de la Rue, L. (1930); Annuaire Pontif. Cath. (1936). v. Velthoven Weermacht. Sterkte 7 regimenten infanterie, waarmede te vormen 2 brigaden. Verplichte mil. dienst van 16e tot 50e jaar. Oefeningstijd 20 dagen per jaar. Sterkte geregelde troepen 538; jaarlijksch contingent 4 213.
Lit.: Annuaire militaire (1935).