(geneesk.), verminderd aantal witte bloedlichaampjes in het bloed. Normaal bedraagt dit bij den gezonden mensch niet minder dan ong. 4000 per mm3. Sommige infectieziekten gaan meestal of vaak gepaard met l., bijv. febris typhoïdea, mazelen, malaria, griep; verder vindt men l. bij bepaalde vormen van anaemieën, vergiftigingen enz.
Vgl. ➝ Leucocytose. Wyers.