Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Leubus

betekenis & definitie

Voormalig klooster bij Breslau a. d. Oder; ca. 1050 bewoond door Cluniacensers, doch in 1163 bezit van de Cisterciënsers; in 1632 door de Zweden verwoest en in 1810 opgeheven. L. was een der grootste abdijen van Oost-Duitschland en van veel gewicht, voor de Germaansche kolonisatie in het gebied der Slaven. Th.

Heijman.

< >