Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Leo IX (paus)

betekenis & definitie

(Bruno, graaf van Dagsburg), Heilige, paus (12 Febr. 1049). * 21 Juni 1002 te Egisheim in den Elzas, † 19 April 1054 te Rome. Tevoren was hij bisschop van Toul. Na de ergerlijke gebeurtenissen der voorgaande jaren te Rome (zie ➝ Benedictus IX; Gregorius VI) herstelde L., man van geestelijke opvatting en zuivere bedoeling, het pausdom in zijn glans en waardigheid.

Door keizer Hendrik III, zijn neef, tot paus bestemd, wilde L. de waardigheid niet aannemen, alvorens wettig door de keuze der Romeinen daartoe beroepen te zijn. In gezelschap van Hildebrand (later ➝ Gregorius VII), wiens hervormingswerk hij voorbereidde, trok hij eerst naar Rome, hield daarna vsch. hervormingssynoden in geheel West-Europa en vaardigde decreten uit tegen simonie, celibaatsschending en leekeninvestituur. Het kardinaalscollege werd met waardige, hervormingsgezinde mannen bezet, en Berengarius’ ketterij aangaande de H.

Eucharistie veroordeeld. In strijd geraakt met de Noormannen van Zuid-Italië wegens verdrukking der bevolking aldaar, werd L. verslagen bij Civitella (1053) en gevangen genomen, doch met de grootste onderscheiding behandeld. Kort na zijn vrijlating overleed hij.

Onder hem had de definitieve afscheiding van de ➝ Grieksch-Orthodoxe kerk plaats in 1054 (➝ Grieksch Schisma; Caerularius). Feest 19 April.Uitg. van L.’s brieven in Migne, Patrol. Lat. (CXLIII)

Lit.: Acta Sanct. (Apr. II); Delare, Un pape Alsacien (1876);

Hefele-Leclercq, Hist. d. Conciles (IV, 2); Fliche, La Réforme Grégorienne (I 1924); Gay, Les Papes du Xle s. (1926). Verder als onder ➝ Leo III. Gorris.

< >